Opkoopbescherming moet huisjesmelkers buitenspel zetten.

Huisjesmelkers krijgen minder kans in Almere. Voor huizen tot € 355.000 gaat gelden dat de koper er zelf minimaal vier jaar in moet gaan wonen. De huizen vallen dan niet langer ten prooi aan investeerders die het vervolgens in zijn geheel, of onderverdeeld in kamers, tegen hoge prijzen gaan verhuren. De gemeenteraad moet er nog formeel over beslissen, maar donderdag werd tijdens de Politieke Markt er over gepraat. Duidelijk werd dat een overgroot deel voorstander is om de huisvestingsverordening hierop aan te passen. Het bedrag van € 355.000 is gebaseerd op de grens van de Nationale Hypotheek Garantie en wordt jaarlijks geïndexeerd.

Uitzonderingen
Op deze zogenoemde ‘opkoopbescherming’ worden wel een paar uitzonderingen gemaakt. Voor woningcorporaties, maar ook als zorgaanbieders het aan cliënten willen verhuren tegen een niet-commercieel tarief óf als er ander ‘zwaarwegend belang’ geldt. Of die uitzonderingen ook voor de rechter standhouden valt nog te bezien. Almere is een van de eerste gemeenten die op deze vorm van opkoopbescherming overgaat. Daar is nog niet veel jurisprudentie voor.

Verplicht
Er zijn ook een aantal wettelijke voorwaarden waarbij de gemeente verplicht is een woonvergunning af te geven. Bijvoorbeeld als er verhuurd wordt aan familie of als de koper een tijdje in het buitenland verblijft.

Controle
Voor de controle hierop moet budget worden gevonden. Het voordeligst is om te werken met een ‘piepsysteem’, waarbij controleurs in actie komen als ze door burgers getipt worden dat een huis illegaal verhuurd wordt. Dat kost jaarlijks minimaal € 20.000. Voor € 15.000 meer kan al bij de aanvraag worden gecontroleerd of de verhuurder aan de eisen voldoet.